Posts

Posts uit februari, 2023 tonen

Mijn vriend in de telefoon

Ik kwam een man tegen het zal een maand of vier geleden zijn geweest. We stonden samen bij de bushalte te wachten op een bus die niet zou komen vanwege een omleiding. Maar omdat we dat beiden niet wisten, stonden we daar geduldig een beetje om ons heen te kijken en te doen alsof we ons niet bewust waren van de ander. Ik merkte wel dat hij met enige regelmaat mijn kant op keek, maar ik kan het gevoel wat ik daarbij had niet goed omschrijven. Unheimisch. Ja, dat was het. Terwijl de bus 'de andere kant op' al twee keer voorbij was gekomen (die kant op bleek er geen belemmering te zijn) zakten wij van het ene been naar het andere. Moe werden we van het staan, maar we wilden geen van beiden gebruik maken van het ene uitklapbare metalen krukje dat in de overkapping van de halte aan een metalen paal aan de grond was bevestigd. Bang om ons naar de ander te moeten verontschuldigen, bang voor contact. Maar uit het schijnbare niets hoorde ik hem opeens zeggen: "Speelt u allang gitaar

Weekend papa's

  Twee mannen, zwijgend op het bankje. Ze keken elkaar niet aan en zeiden ook niets tegen elkaar. De enige keer als ze iets zeiden, was dat tegen de kinderen als ze een snoepje kwamen halen. Of een slokje drinken. Daarna zwegen ze weer. Het was een mooie zondagmiddag begin augustus en de zonnestralen bestreken de helft van het speelparkje, voordat ze verborgen gingen achter een dikke rij bomen. Het was een drukte van jewelste en het gejoel van de spelende kinderen overstemde het zwijgen van de twee vaders. Een van de vaders, een lange man met een baseball cap op zijn hoofd, legde zijn ellebogen op zijn knieën en zuchtte diep. Zijn horloge gaf aan dat hij tekort in de speeltuin was om alweer weg te kunnen. Zijn vingers wreven door zijn brandende ogen en hij gaapte uitvoerig. Elke zondag probeerde hij even met de kinderen naar de speeltuin te gaan. Hij had geen idee wat hij anders met ze moest doen als ze bij hem waren. En de kinderen leken het zo wel goed te vinden. De andere man, een k

Een krans voor opa

  Het kleine mannetje keek zijn opa langdurig aan. “Opa, wat is dat bij de bloemenman?” “Dat is een krans, lieverd.” “Waarvoor is een krans, opa?” “Nou, bijvoorbeeld als je een wedstrijd hebt gewonnen. Dan krijg je een prijs én een krans. Dan ziet iedereen dat jíj de winnaar bent; die heb je dan verdiend. Maar ook soms als je dood bent. Dan leggen ze een krans op je kist.” “Wil jij dat later ook opa, een krans op je kist?” “Ja schat, ik wil dat wel.” “Dan kan iedereen zien dat mijn opa de dood heeft verdiend.” Zwijgend liepen ze verder. Het leven was simpel.  

Bloemen voor Rozemarie...Roosje

Door het openen van de deur ging er een zoemertje in de winkel af. Hij vond 't maar een vervelend geluidje, het stoorde hem.  "Meneer van den Oever, leuk u weer te zien. Wat kan ik voor u doen?" "Doet u maar die bos rode rozen. Doet u maar twee van die bossen. Kunt u ze bij elkaar steken?" "Natuurlijk, meneer van den Oever. Voor u doen we dat altijd graag." De bloemist maakte handig van de twee bossen een hele grote bos en sloeg er in een vlotte beweging een plastic folie omheen. "Schuin afsnijden en het snijbloemvoedsel toevoegen. Maar dat wist u al, hè, meneer van den Oever. Overigens, rozen staan het beste in een glazen vaas. Ze gaan dood van de bacteriën in keramieke en stenen vazen." "Kijk, dat wist ik nog niet. Ik ga er in ieder geval voor zorgen dat ze in een mooie omgeving komen te staan. Daar kunt u op rekenen." Hij rekende af en liep met de zware bos rode rozen naar zijn auto. Voorzichtig legde hij deze op de achterbank.

Het sneue vrouwtje

  Zaterdagochtend, kwart over acht.  De vrouw lijnde haar hond aan en liet haar eerst zitten voordat ze de deur opende. Maar eerst nog keek ze door het kleine raampje dat een beetje zielig geplaatst was naast de hardhouten deur met koperkleurig beslag. Motregen. Het vaal groene vest werd verruild voor een jas met opstaande kraag; gekregen uit een erfenis. Ze stapte naar buiten en de hond volgde met enige weerzin. Deze had sowieso nooit zin om haar gladde haren ook maar op enige manier nat te laten worden. Wassen was al helemaal geen optie. De vrouw liep elke zaterdag hetzelfde rondje: de straat uit, over het grasveld en over de nog slapende meubelboulevard, waar de eerste drukte pas over een uur of wat verwacht werd. Elke zaterdag keek ze in de etalages naar meubels die ze ooit nog wel eens zou kopen. Het hondje volgde gedwee. Elke zaterdag, maar ook elke dinsdag en donderdag. Week in week uit, jaar in jaar uit. Achter haar rug om spraken de mensen over haar; over het honden-vrouwtje.