Huize Nazareth
Het was een kleine kamer, veel kleiner dan in het tehuis waar hij eerst in woonde. Hij had een paar meubels vanuit zijn vorige kamer meegenomen, maar van veel spullen had hij afscheid moeten nemen. In eerste instantie had hij het niet leuk gevonden, want met deze verhuizing raakte hij niet alleen zijn vertrouwde omgeving kwijt, maar ook een stuk van zijn zelfstandigheid. Er was geen eigen keukentje, dus eten moest hij in een eetzaal, samen met andere oude mensen waarvan een deel niet zelf een lepel of vork kon beet houden, of die om de haverklap van tafel moesten om naar het toilet te gaan. En hij werd misselijk van de mensen die in hun mond met hun gebit speelden, van mensen die smakten en van mensen waarbij de soep vanuit hun mondhoeken weer terug in hun bord druppelde. Hij was niet gemaakt voor zo'n tehuis.
In het vorige tehuis kon hij zelf nog wat koken, of een eitje bakken op het tweepittertje dat zijn broer voor hem gekocht had. Het was een elektrisch tweepittertje, zodat de kans op brand minimaal was. Maar in dit tehuis was het verboden door die kenau van een directrice. Van haar mocht hij ook niet zijn douche spullen in de badkamer laten staan, omdat het een gedeelde badkamer was die hij moest delen met zijn buurvrouw. En, ondanks dat zijn buurvrouw er geen bezwaar tegen had, mocht het niet.
Hij had z'n kamer sober ingericht. Een stoel, een kleine salontafel met een Perzisch kleedje, een kastje waar zijn tv op stond en een eettafel waar hij zijn ontbijt kon eten. En in de hoek stond een bed met een anti-val rekje aan een van de kanten. De andere kant stond tegen een muur. Hij had geen foto's of schilderijen in zijn kamer. Herinneringen had hij in zijn hoofd. Naar buiten kijken kon hij niet, daarvoor zat het raam te hoog. En eigenlijk vond hij het ook niet zo heel erg, buiten was het ook niet alles. En, hoewel de kamer kleiner was dan zijn vorige kamer, zag hij toch een verbetering. De kamer was veel hoger, waardoor het uiteindelijk veel meer inhoud had dan zijn vorige kamer. Omdenken, noemde zijn broer dat. En daar lag hij dan, met de rugleuning van zijn sta-op stoel in de slaapstand, te wachten tot hij in slaap zou vallen, want hij sliep nooit in het bed.
Hij had een hekel aan het anti-val rekje.
Reacties
Een reactie posten