Een normaal gezin
Ik was zo blij met de geboorte van onze eerste zoon. Ik zei dat ook tegen mijn vrouw, toen ze de kleine in haar armen had. “Schat,” zei ik, “ik was zo blij met de geboorte van onze eerste zoon.” “Kan wel zijn,” zei mijn vrouw, “Maar dit is je vierde zoon al.” Ik was niet alleen blij met de geboorte van mijn eerste zoon, ook met de geboorte van onze andere zoons was ik verheugd. Maar toch was dat anders. De tweede, bijvoorbeeld, is een aangenomen kind…vanaf de geboorte al. Ja, dat kan hoor. Bij de geboorte riep ik: “Gòh, heb ik alweer een jongen.” “Ja,” zei mijn vrouw, “aangenomen dat het van jou is.” “Goed, aangenomen.” Hij was zó anders dan de eerste. Dat zie je vaak bij kinderen. Dat ze wel gelijkenissen hebben, maar dat ze toch totaal verschillend zijn. De eerste, bijvoorbeeld, was hoogblond, had blauwe ogen en had een mooie gladde blanke huid. De tweede had duidelijk gelijkenissen. Zo was het ook een jongen. Verder had hij diep bruine ogen, kroeshaar en een diep donker gekleu...