Vissen
Ik zit met haar aan de zijkant van het water.
Het hoge gras wijkt voor haar als zij haar benen languit in de kriebelende sprietjes laat zakken.
Helder water kabbelt langzaam voort; schouderduwtjes gevend tegen de pier, een eindje verderop.
De klotsende golfjes brengen de rust die we zoeken in onze eigen golven van onrust en onzekerheid...een ideaal moment om te vissen.
Er wordt aas uitgestrooid, lijntjes worden gelegd en er wordt gewacht tot er wordt toegehapt.
We zeggen niet veel, we zwijgen de meeste tijd. Dat hoort nou eenmaal bij vissen.
Wat werkelijk gehoord moet worden is alleen te horen als je de woorden tussen de uitgesproken woorden goed beluistert.
Ik hoop dat zij de juiste woorden hoort en na een uur of wat besluiten we te vertrekken.
We lopen over de kade en vissen nog steeds, beiden.
Het is nu alleen nog maar de vraag wie als eerste toe zal happen in het door de ander uitgestrooide aas.
Een mooie dag aan het water.
Een mooie dag om te vissen.
Reacties
Een reactie posten